Home > Concerten > Born Ruffians – Moon King – Botanique, Brussel – 30 september 2013

Born Ruffians – Moon King – Botanique, Brussel – 30 september 2013

Born_Ruffians_bota13

Ambitieus is hij wel, die Luke Lalonde van Born Ruffians, als hij in Retard Canard vastberaden verkondigt enkel maar de wereld in brand te willen steken. En al was het resultaat in de ondergrondse Witlof Bar van de Botanique uiteraard geen wereldbrand, er werd toch aardig gestookt.

Maar beginnen doe je bij het begin. Een andere Canadese band, Moon King, mocht eerst het podium op. Hier was het dan wel een trio, maar het zijn Daniel Benjamin en Maddy Wilde, die de zingende spil vormen van dit gezelschap. Wilde, uitgerafelde panty, vaal Nine Inch Nails-Tshirt, Siouxsie-haren, was duidelijk – uiterlijk dan toch – de punkfactor. Want uit haar gitaarspel kwam de punk dan weer niet echt naar voor. Dat moest de duimen leggen voor de bassynthesizer van Benjamin. Tenzij dan in de twee afsluiters waar ze wel uit de bocht durfde te gaan.

Verder was de standaard dat er een new wave-achtig riedeltje uit de synth werd getoverd, waarrond dan een nummer werd geboetseerd. Leuk voor twee songs, maar dan was het nieuwe ervan af. Tot het trio – er was dus ook nog een drummer – zich durfde te laten gaan op het einde van de set. Die punky toets was wat deze muziek nodig had. Alleen kwam het er nog niet helemaal uit.

Op ‘Birthmarks’ zijn Born Ruffians wat uitbundiger, wat minder basic dan op voorgangers ‘Say It’ en ‘Red Yellow & Blue’. De arrangementen gaan breder en dat levert enkele mooie nummers op, die zich met plezier aan je gehoorzenuwuiteinden vastkleven. Permanent Hesitation is er daar bijvoorbeeld eentje van. Maar die kwam in de Botanique niet voorbij.

Wel in de set zat Kurt Vonnegut, die als opener al een eerste vonk de zaal instuurde. De percussie eiste er, ook al gezien het lage plafond van de zaal, nog uitdrukkelijker zijn aandeel in op. Zelfs in die mate dat drummer Steven Hamelin er, halfweg de song, lustig op los mocht meppen.

Maar om al meteen Brussel te doen branden was het duidelijk nog te vroeg. En dus mocht frontman Lalonde nog één van zijn solonummers brengen. Dat deed hij trouwens ook in zijn eentje. Undone toonde aan dat de man, naast intelligente popsongs, ook verstilde liefdesliedjes kan brengen.

Daarna mocht het vuur terug oplaaien en kwam met 6-5000 het eerste, nieuwe nummer aan bod. Het was het eerste nummer van een reeks, die ons (en duidelijk ook de rest van de goed gevulde Witlof Bar) stuk voor stuk wisten te bekoren. Ocean’s Deep nam je zo bijvoorbeeld op sleeptouw met de aanstekelijke bas van Mitch Derosier, die als een doorgewinterde metalheld zijn krullen in het rond zwierde.

De nieuwe nummers, met Needle voorop, konden al rekenen op een warm onthaal, maar het waren toch vooral oudere nummers als Retard Cannard, What To Say en het door het publiek enthousiast meegezongen I Need A Life, die voor steekvlammen zorgden.

Voor een wereldbrand zal Born Ruffians waarschijnlijk nooit in aanmerking komen, maar in de Botanique was de brandweer alvast geen overbodige luxe. En wij keerden dan ook huiswaarts met een aangenaam, gloedvol gevoel.

Copyright: daMusic

  1. Nog geen reacties.
  1. No trackbacks yet.

Plaats een reactie